Apartar en holandés
traducción: apartar, diccionario: español » holandés
lenguaje fuente:
español
lengua objetivo:
holandés
Traducciones:
afzonderen, verwijderen, uittrekken, regio, delen, uitmaken, splitsen, afbreken, terugnemen, afscheiden, elimineren, partij, deel, divisie, terugtrekken, intrekken, apart, afzonderlijk, scheiden, afgescheiden, aparte
Palabras relacionadas
otros Idiomas
Palabras relacionadas: apartar
apartar cita en saludcoop, apartar la mirada, apartar en ingles, apartar rae, apartar significado, apartar diccionario de idioma holandés, apartar en holandés
Traducciones
- apartado en holandés - paragraaf, afgelegen, veraf, verafgelegen, ver, artikel, verwijderd, ...
- apartamento en holandés - vlakte, eender, vlak, appartement, flat, slap, flauw, ...
- apartarse en holandés - intrekken, uittrekken, verwijderen, afschaffen, terugtrekken, uitmaken, elimineren, ...
- aparte en holandés - afzonderlijk, afgezonderd, uit elkaar, apart, uiteen, van elkaar, elkaar
palabras al azar
Apartar en holandés - diccionario: español » holandés
Traducciones: afzonderen, verwijderen, uittrekken, regio, delen, uitmaken, splitsen, afbreken, terugnemen, afscheiden, elimineren, partij, deel, divisie, terugtrekken, intrekken, apart, afzonderlijk, scheiden, afgescheiden, aparte
Traducciones: afzonderen, verwijderen, uittrekken, regio, delen, uitmaken, splitsen, afbreken, terugnemen, afscheiden, elimineren, partij, deel, divisie, terugtrekken, intrekken, apart, afzonderlijk, scheiden, afgescheiden, aparte