Époque en néerlandais
Traduction: époque, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tijdperk, stadie, spellen, bestuur, ouderdom, leiding, stadium, etappe, bestek, aantrekkelijkheid, speling, poos, tribune, term, tij, tijd, keer, moment, de tijd, keer dat
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): époque
belle epoque, belle époque, epoque, la belle epoque, la belle époque, époque dictionnaire de langue néerlandais, époque en néerlandais
Traductions
- épongés en néerlandais - sponzen, sponsen, sponsjes, vaatdoeken, spons
- épopée en néerlandais - episch, epos, heldendicht, epische, epic
- épousa en néerlandais - getrouwd, gehuwd, trouwde, trouwen, huwde
- épousai en néerlandais - getrouwd, gehuwd, verknocht, wedded, gehuwde
Mots aléatoires
Époque en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tijdperk, stadie, spellen, bestuur, ouderdom, leiding, stadium, etappe, bestek, aantrekkelijkheid, speling, poos, tribune, term, tij, tijd, keer, moment, de tijd, keer dat
Traductions: tijdperk, stadie, spellen, bestuur, ouderdom, leiding, stadium, etappe, bestek, aantrekkelijkheid, speling, poos, tribune, term, tij, tijd, keer, moment, de tijd, keer dat