Épousées en néerlandais
Traduction: épousées, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gehuwd, getrouwd, aangehangen, omhelsd, espoused, omarmde, ondertrouwd
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): épousées
épousées antonymes, épousées grammaire, épousées mots croisés, épousées signification, épousées synonyme, épousées dictionnaire de langue néerlandais, épousées en néerlandais
Traductions
- épousé en néerlandais - getrouwd, gehuwd, trouwde, trouwen, huwde
- épousée en néerlandais - gehuwd, getrouwd, trouwde, trouwen, huwde
- épousés en néerlandais - gehuwd, getrouwd, trouwde, trouwen, huwde
- épouvantable en néerlandais - knul, reusachtig, nurks, vreselijk, bijtend, ijselijk, donker, ...
Mots aléatoires
Épousées en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gehuwd, getrouwd, aangehangen, omhelsd, espoused, omarmde, ondertrouwd
Traductions: gehuwd, getrouwd, aangehangen, omhelsd, espoused, omarmde, ondertrouwd