Agacer en néerlandais

Traduction: agacer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
plagen, aas, hinderen, aanstoken, ongemak, lokaas, tarten, irriteren, brandnetel, kwellen, ongerief, grieven, netel, prikkelen, veroorzaken, uitlokken, ergeren, te ergeren, erger, te irriteren
Agacer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): agacer

agacer antonymes, agacer citation, agacer en anglais, agacer en espagnol, agacer en provence, agacer dictionnaire de langue néerlandais, agacer en néerlandais

Traductions

  • agacement en néerlandais - verdriet, smart, geprikkeldheid, ergernis, hinder, irritatie, overlast, ...
  • agacent en néerlandais - zorgen, ergeren, irriteren, te ergeren, erger, te irriteren
  • agacez en néerlandais - zorgen, plagen, plaaggeest, plaag, tease, plaagt
  • agacé en néerlandais - geërgerd, geïrriteerd, boos, ergeren, ergerde
Mots aléatoires
Agacer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: plagen, aas, hinderen, aanstoken, ongemak, lokaas, tarten, irriteren, brandnetel, kwellen, ongerief, grieven, netel, prikkelen, veroorzaken, uitlokken, ergeren, te ergeren, erger, te irriteren