Autorité en néerlandais

Traduction: autorité, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
regelen, trekken, aanduwen, regeren, doordrukken, bewind, douwen, noodzaken, dringen, bestuur, zwaaien, afdeling, zwieren, geweldpleging, controleren, bekwaamheid, autoriteit, gezag, instantie, dienst, bevoegdheid
Autorité en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): autorité

acp, autorité administrative, autorité administrative indépendante, autorité antonymes, autorité chose jugée, autorité dictionnaire de langue néerlandais, autorité en néerlandais

Traductions

  • autoritaire en néerlandais - autoritair, de autoritaire, een autoritair, een autoritaire
  • autoritariste en néerlandais - autoritair, autoritaire, de autoritaire, een autoritair, een autoritaire
  • autoroute en néerlandais - autoweg, autobaan, snelverkeersweg, snoek, verkeersweg, autosnelweg, snelweg, ...
  • autour en néerlandais - zowat, havik, voor, rondmaken, haast, kringloop, voorbij, ...
Mots aléatoires
Autorité en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: regelen, trekken, aanduwen, regeren, doordrukken, bewind, douwen, noodzaken, dringen, bestuur, zwaaien, afdeling, zwieren, geweldpleging, controleren, bekwaamheid, autoriteit, gezag, instantie, dienst, bevoegdheid