Bouchent en néerlandais
Traduction: bouchent, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afsluiten, logeren, opheffen, aflaten, statie, pleisterplaats, aanhouden, stelpen, stopplaats, stopzetten, afzetten, afbreken, halte, staken, opbreken, stoppen, verstoppen, belemmering, klomp, verstopping, clog
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): bouchent
bouchent antonymes, bouchent baies, bouchent des dents creuses, bouchent grammaire, bouchent les veines, bouchent dictionnaire de langue néerlandais, bouchent en néerlandais
Traductions
- bouchant en néerlandais - blokkeren, blokkerende, het blokkeren, het blokkeren van, blokkeren van
- bouche en néerlandais - gapen, monding, spreken, bek, mond, muil, praten, ...
- boucher en néerlandais - gesloten, verstikken, barrière, stoppen, dempen, invullen, stekker, ...
- boucherie en néerlandais - afslachten, moordpartij, slachthuis, neerhouwen, bloedbad, abattoir, slachterij, ...
Mots aléatoires
Bouchent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afsluiten, logeren, opheffen, aflaten, statie, pleisterplaats, aanhouden, stelpen, stopplaats, stopzetten, afzetten, afbreken, halte, staken, opbreken, stoppen, verstoppen, belemmering, klomp, verstopping, clog
Traductions: afsluiten, logeren, opheffen, aflaten, statie, pleisterplaats, aanhouden, stelpen, stopplaats, stopzetten, afzetten, afbreken, halte, staken, opbreken, stoppen, verstoppen, belemmering, klomp, verstopping, clog