Conduire en néerlandais

Traduction: conduire, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bekommernis, aanbrengen, accepteren, achten, afzetten, beheersen, bekleden, sjabloon, lopen, accompagnement, oprit, loods, gedrag, aannemen, verdragen, uitzoeken, leiden, lood, leidt, tot, te leiden
Conduire en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): conduire

comment conduire, conduire 125, conduire antonymes, conduire aux usa, conduire conjugaison, conduire dictionnaire de langue néerlandais, conduire en néerlandais

Traductions

  • conducteur en néerlandais - gidsboek, reisgids, besturen, gids, mennen, brengen, sjabloon, ...
  • conduction en néerlandais - geleiding, geleidingsstoornissen, conductie, de geleiding
  • conduis en néerlandais - leiden, gedrag, brengen, mennen, richten, rondleiden, manieren, ...
  • conduisant en néerlandais - leidend, toonaangevend, vooraanstaand, leiding, toonaangevende
Mots aléatoires
Conduire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bekommernis, aanbrengen, accepteren, achten, afzetten, beheersen, bekleden, sjabloon, lopen, accompagnement, oprit, loods, gedrag, aannemen, verdragen, uitzoeken, leiden, lood, leidt, tot, te leiden