Déchoir en néerlandais
Traduction: déchoir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
neerdaling, waterdruppel, schemer, uitvallen, neervallen, spenderen, bederf, vellen, verminderen, verschieten, weglaten, vallen, verrotten, lik, storten, afnemen, ontnemen, beroven, ontnomen, ontneemt, onthouden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): déchoir
choir definition, déchoir antonymes, déchoir de la nationalité française, déchoir def, déchoir des droits parentaux, déchoir dictionnaire de langue néerlandais, déchoir en néerlandais
Traductions
- déchirure en néerlandais - persoon, knaap, sujet, kloven, splitsen, kerel, snuiter, ...
- déchoient en néerlandais - verrotten, bederf, verval
- déchois en néerlandais - verval, bederf, verrotten
- déchoissez en néerlandais - verval, verrotten, bederf
Mots aléatoires
Déchoir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: neerdaling, waterdruppel, schemer, uitvallen, neervallen, spenderen, bederf, vellen, verminderen, verschieten, weglaten, vallen, verrotten, lik, storten, afnemen, ontnemen, beroven, ontnomen, ontneemt, onthouden
Traductions: neerdaling, waterdruppel, schemer, uitvallen, neervallen, spenderen, bederf, vellen, verminderen, verschieten, weglaten, vallen, verrotten, lik, storten, afnemen, ontnemen, beroven, ontnomen, ontneemt, onthouden