Démolir en néerlandais
Traduction: démolir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
scheuren, tik, verbreken, klap, rust, intrappen, klop, wrak, toeloop, vermalen, doden, uitdoen, ruïneren, doorbreken, mep, opening, afbreken, breken, af te breken, neerhalen, slopen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): démolir
démolir anglais, démolir antonymes, démolir au présent, démolir cloison brique, démolir conjugaison, démolir dictionnaire de langue néerlandais, démolir en néerlandais
Traductions
- démographique en néerlandais - demografisch, demografische, de demografische
- démoli en néerlandais - vernielde, gesloopt, vernield, sloopte, verwoeste
- démolirent en néerlandais - gesloopt, afgebroken, vernietigd, gesloopte, verwoest
- démolis en néerlandais - afbreken, afkammen, gesloopt, afgebroken, vernietigd, gesloopte, verwoest
Mots aléatoires
Démolir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: scheuren, tik, verbreken, klap, rust, intrappen, klop, wrak, toeloop, vermalen, doden, uitdoen, ruïneren, doorbreken, mep, opening, afbreken, breken, af te breken, neerhalen, slopen
Traductions: scheuren, tik, verbreken, klap, rust, intrappen, klop, wrak, toeloop, vermalen, doden, uitdoen, ruïneren, doorbreken, mep, opening, afbreken, breken, af te breken, neerhalen, slopen