Disposer en néerlandais
Traduction: disposer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
set, neerleggen, wereldruim, toekennen, gelegen, gelasten, declaratie, opknappen, drift, reparatie, determineren, bevoorraden, schare, bevelen, soort, leveren, Gooi, vervreemden, afvoeren, beschikken, verwijderen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): disposer
disposer antonymes, disposer conjugaison, disposer de, disposer de son corps, disposer des droits d'administrateur, disposer dictionnaire de langue néerlandais, disposer en néerlandais
Traductions
- dispose en néerlandais - afgelopen, af, gereed, klaar, heeft, beschikt, is, ...
- disposent en néerlandais - kenmerken, functie, feature, kenmerk, eigenschap
- disposez en néerlandais - hebben, moeten, moet, zijn, heeft
- dispositif en néerlandais - betamelijk, list, adaptatie, hulpmiddelen, organisatie, zetting, maatregel, ...
Mots aléatoires
Disposer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: set, neerleggen, wereldruim, toekennen, gelegen, gelasten, declaratie, opknappen, drift, reparatie, determineren, bevoorraden, schare, bevelen, soort, leveren, Gooi, vervreemden, afvoeren, beschikken, verwijderen
Traductions: set, neerleggen, wereldruim, toekennen, gelegen, gelasten, declaratie, opknappen, drift, reparatie, determineren, bevoorraden, schare, bevelen, soort, leveren, Gooi, vervreemden, afvoeren, beschikken, verwijderen