Enclencher en néerlandais

Traduction: enclencher, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schakelaar, huren, gard, spitsroede, aansteken, aandoen, slot, vervanging, haakje, stokje, spang, aandraaien, roede, vasthaken, agrafe, inschakelen, breuk, beet, knip, snap, handomdraai
Enclencher en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): enclencher

enclencher anglais, enclencher antonymes, enclencher ballon eau chaude, enclencher compteur edf, enclencher déclencher, enclencher dictionnaire de langue néerlandais, enclencher en néerlandais

Traductions

  • enclaver en néerlandais - berg, zetten, huren, monteren
  • enclin en néerlandais - stof, genegen, tucht, discipline, onderwerp, apropos, subject, ...
  • enclitique en néerlandais - enklitisch, enklitiek, enclitisch, enclitische
Mots aléatoires
Enclencher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schakelaar, huren, gard, spitsroede, aansteken, aandoen, slot, vervanging, haakje, stokje, spang, aandraaien, roede, vasthaken, agrafe, inschakelen, breuk, beet, knip, snap, handomdraai