Expédier en néerlandais

Traduction: expédier, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
adapteren, laten, vooruit, uitbrengen, baan, betrekking, ambt, uitrichten, boot, werkkring, deurpost, aangeven, dragen, aanwenden, doorbrengen, voorhebben, verzending, zending, de verzending, verzonden, verzenden
Expédier en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): expédier

expédier anglais, expédier antonymes, expédier au futur, expédier colis en chine, expédier colis poste, expédier dictionnaire de langue néerlandais, expédier en néerlandais

Traductions

  • expédie en néerlandais - verzendingen, zendingen, de verzendingen, verzendt
  • expédient en néerlandais - bevorderlijk, gepast, geschikt, nuttig, middel, raadzaam, dienstig, ...
  • expédiez en néerlandais - afwikkelen, afhandelen, afdoen, schip, schepen, het schip, van schepen, ...
  • expédions en néerlandais - afwikkelen, afhandelen, afdoen, schip, schepen, het schip, van schepen, ...
Mots aléatoires
Expédier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: adapteren, laten, vooruit, uitbrengen, baan, betrekking, ambt, uitrichten, boot, werkkring, deurpost, aangeven, dragen, aanwenden, doorbrengen, voorhebben, verzending, zending, de verzending, verzonden, verzenden