Facturés en néerlandais
Traduction: facturés, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opgeladen, geladen, gebracht, aangerekend, laste
Autres langues
Mots associés / Définition (def): facturés
facturer synonyme, facturés antonymes, facturés au réel, facturés en anglais, facturés en régie, facturés dictionnaire de langue néerlandais, facturés en néerlandais
Traductions
- facturée en néerlandais - opgeladen, geladen, gebracht, aangerekend, laste
- facturées en néerlandais - gefactureerd, gefactureerde, rekening gebrachte, rekening gebracht, in rekening
- facultatif en néerlandais - arbitrair, enig, willekeurig, iemand, eigenmachtig, facultatief, optionele, ...
- faculté en néerlandais - branche, geschenk, talent, kunstrichting, gave, vermogen, gift, ...
Mots aléatoires
Facturés en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opgeladen, geladen, gebracht, aangerekend, laste
Traductions: opgeladen, geladen, gebracht, aangerekend, laste