Foncer en néerlandais

Traduction: foncer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
rooien, opgraven, arbeiden, laden, berekenen, in rekening brengen, kosten, lading
Foncer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): foncer

blond foncer, blonde foncer, foncer antonymes, foncer cheveux naturellement, foncer conjugaison, foncer dictionnaire de langue néerlandais, foncer en néerlandais

Traductions

  • fomentées en néerlandais - aangewakkerd, ontketend, behandelden die met kompressen
  • fomentés en néerlandais - aangewakkerd, ontketend, behandelden die met kompressen
  • foncier en néerlandais - ingrijpend, vergaand, radicaal, vitaal, kapitaal, hoofd-, grondig, ...
  • fonction en néerlandais - lokaliteit, departement, kwestie, werken, deurpost, halte, voornemen, ...
Mots aléatoires
Foncer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: rooien, opgraven, arbeiden, laden, berekenen, in rekening brengen, kosten, lading