Forcer en néerlandais
Traduction: forcer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
onderwerpen, opdringen, scheppen, knechten, conflict, deuntje, metselen, ras, tappen, uitbrengen, verbreken, geweldpleging, gevecht, worstelen, kracht, inhalen, geweld, werking, van kracht, geldende
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): forcer
forcer a quitter, forcer a sucer, forcer antonymes, forcer corbeille mac, forcer ejection cd mac, forcer dictionnaire de langue néerlandais, forcer en néerlandais
Traductions
- forcené en néerlandais - barbaars, wreedaard, stapel, gek, barbaar, verwoed, dolzinnig, ...
- forceps en néerlandais - tang, pincet, een tang, tangen
- forces en néerlandais - douwen, verplichten, geweldpleging, trekken, tappen, aanduwen, opdringen, ...
- forcèrent en néerlandais - gedwongen, geforceerd, dwong, geforceerde, genoodzaakt
Mots aléatoires
Forcer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: onderwerpen, opdringen, scheppen, knechten, conflict, deuntje, metselen, ras, tappen, uitbrengen, verbreken, geweldpleging, gevecht, worstelen, kracht, inhalen, geweld, werking, van kracht, geldende
Traductions: onderwerpen, opdringen, scheppen, knechten, conflict, deuntje, metselen, ras, tappen, uitbrengen, verbreken, geweldpleging, gevecht, worstelen, kracht, inhalen, geweld, werking, van kracht, geldende