Fusée en néerlandais
Traduction: fusée, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
projectiel, lawaai, geluid, raket, ruis, vuurpijl, racket, rocket, rucola, raketsystemen, raketten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fusée
ariane, ariane fusée, fusee, fusée a eau, fusée antonymes, fusée dictionnaire de langue néerlandais, fusée en néerlandais
Traductions
- fustigation en néerlandais - kastijding, tuchtiging, lijfstraffen, castigation
- fustiger en néerlandais - afranselen, ritselen, doorroeren, wimper, zweep, geselen, roeren, ...
- fut en néerlandais - fust, ton, vat, was, was het, werd, is
- futaie en néerlandais - bos, woud, hout, hoge, hoog, high, een hoge, ...
Mots aléatoires
Fusée en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: projectiel, lawaai, geluid, raket, ruis, vuurpijl, racket, rocket, rucola, raketsystemen, raketten
Traductions: projectiel, lawaai, geluid, raket, ruis, vuurpijl, racket, rocket, rucola, raketsystemen, raketten