Gêner en néerlandais
Traduction: gêner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
hinder, jachten, vraagpunt, haasten, beperken, persen, betomen, verhinderen, verhoeden, beteugelen, hangkast, strubbeling, verstoren, kramp, dringen, knellen, hinderen, belemmeren, belemmering vormen, weg staan
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): gêner
conjugaison gêner, gêner anglais, gêner antonyme, gêner antonymes, gêner aux entournures, gêner dictionnaire de langue néerlandais, gêner en néerlandais
Traductions
- gêne en néerlandais - vraagpunt, kwestie, probleem, knelpunt, penarie, strubbeling, ongemak, ...
- gênent en néerlandais - moeilijkheid, vraagpunt, probleem, vraagstuk, strubbeling, kwestie, opgave, ...
- gêneur en néerlandais - indringer, inbreker, indringers, inbraak, intruder
- gênez en néerlandais - bezwaar, vraagstuk, moeilijkheid, probleem, strubbeling, vraagpunt, kwestie, ...
Mots aléatoires
Gêner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: hinder, jachten, vraagpunt, haasten, beperken, persen, betomen, verhinderen, verhoeden, beteugelen, hangkast, strubbeling, verstoren, kramp, dringen, knellen, hinderen, belemmeren, belemmering vormen, weg staan
Traductions: hinder, jachten, vraagpunt, haasten, beperken, persen, betomen, verhinderen, verhoeden, beteugelen, hangkast, strubbeling, verstoren, kramp, dringen, knellen, hinderen, belemmeren, belemmering vormen, weg staan