Logent en néerlandais

Traduction: logent, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
huis, theater, toneelwezen, gezin, toneel, pand, huishouden, huizen, geslacht, familie, schouwburg, huishouding, loge, hut, herberg, Lodge, jachthuis
Logent en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): logent

logent ab, logent antonymes, logent bemanning, logent customs, logent grammaire, logent dictionnaire de langue néerlandais, logent en néerlandais

Traductions

  • logeant en néerlandais - logies, huisvesting, onderdak, behuizing, huis, woningen, woningbouw
  • logement en néerlandais - adaptatie, gelijk, zetel, logies, flauw, houding, situeren, ...
  • logeons en néerlandais - familie, huis, huishouding, toneel, huishouden, gezin, huizen, ...
  • loger en néerlandais - pand, thuis, oponthoud, apparaat, gelegen, logeren, schuur, ...
Mots aléatoires
Logent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: huis, theater, toneelwezen, gezin, toneel, pand, huishouden, huizen, geslacht, familie, schouwburg, huishouding, loge, hut, herberg, Lodge, jachthuis