Occasionner en néerlandais
Traduction: occasionner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
roep, tillen, consequentie, noemen, heffen, stichten, uitvoeren, afwerpen, fokken, resultaat, bevinding, doen, ophogen, uitslag, roepen, provoceren, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): occasionner
occasionner anglais, occasionner antonymes, occasionner conjugaison, occasionner des dommages, occasionner des frais, occasionner dictionnaire de langue néerlandais, occasionner en néerlandais
Traductions
- occasionnel en néerlandais - incidenteel, grof, eventueel, ordinair, gebeurtenis, wagen, ver, ...
- occasionnellement en néerlandais - af en toe, nu en dan, zo nu, zo nu en, nu en
- occident en néerlandais - westen, west, zonsondergang, Westen, avondland
- occidental en néerlandais - westers, westelijk, western, westelijke, westerse
Mots aléatoires
Occasionner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: roep, tillen, consequentie, noemen, heffen, stichten, uitvoeren, afwerpen, fokken, resultaat, bevinding, doen, ophogen, uitslag, roepen, provoceren, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want
Traductions: roep, tillen, consequentie, noemen, heffen, stichten, uitvoeren, afwerpen, fokken, resultaat, bevinding, doen, ophogen, uitslag, roepen, provoceren, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want