Occurrence en néerlandais
Traduction: occurrence, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
affaire, ding, verloop, proces, geding, aangelegenheid, zaak, omstandigheid, gerechtszaak, rechtsgeding, voorval, gebeurtenis, optreden, voorkomen, ontstaan
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): occurrence
definition occurrence, en occurrence, occurence, occurrence antonymes, occurrence arles, occurrence dictionnaire de langue néerlandais, occurrence en néerlandais
Traductions
- occupées en néerlandais - bezet, bezette, bezig, bewoond, ingenomen
- occupés en néerlandais - bezet, bezette, bezig, bewoond, ingenomen
- ocre en néerlandais - oker, okerkleurige, ocher, ochre, okergele
- octane en néerlandais - octaan, octaangetal, octaangehalte, octaan-
Mots aléatoires
Occurrence en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: affaire, ding, verloop, proces, geding, aangelegenheid, zaak, omstandigheid, gerechtszaak, rechtsgeding, voorval, gebeurtenis, optreden, voorkomen, ontstaan
Traductions: affaire, ding, verloop, proces, geding, aangelegenheid, zaak, omstandigheid, gerechtszaak, rechtsgeding, voorval, gebeurtenis, optreden, voorkomen, ontstaan