Soulever en néerlandais
Traduction: soulever, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opdrijven, ophitsen, zwelgpartij, rel, verhogen, trekken, opfokken, opleiden, oproerling, onlusten, optillen, rebel, uitdagen, rukken, orgie, provoceren, heffen, verheffen, opheffen, verhoging
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): soulever
soulever antonymes, soulever conjugaison, soulever de terre, soulever des montagnes, soulever en anglais, soulever dictionnaire de langue néerlandais, soulever en néerlandais
Traductions
- soulager en néerlandais - redden, rust, vergemakkelijken, uitzuinigen, besparen, uitsparen, uitwinnen, ...
- soulagé en néerlandais - opgelucht, ontlast, opluchting, ontheven, opgeluchte
- soulier en néerlandais - laars, schoen, schoenen, shoe, schoen van, de schoen
- soulignement en néerlandais - benadrukken, nadruk, klem, onderstrepen, underscore, te onderstrepen, onderstrepingsteken
Mots aléatoires
Soulever en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opdrijven, ophitsen, zwelgpartij, rel, verhogen, trekken, opfokken, opleiden, oproerling, onlusten, optillen, rebel, uitdagen, rukken, orgie, provoceren, heffen, verheffen, opheffen, verhoging
Traductions: opdrijven, ophitsen, zwelgpartij, rel, verhogen, trekken, opfokken, opleiden, oproerling, onlusten, optillen, rebel, uitdagen, rukken, orgie, provoceren, heffen, verheffen, opheffen, verhoging