Trousseau en néerlandais
Traduction: trousseau, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
set, stelletje, pak, overvloed, pakje, mutsaard, brandstapel, onderlegger, ribbe, schoof, verpakking, balk, garf, bos, bundel, pakket, uitzet, uitzet van, het uitzet, de uitzet
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): trousseau
adresse trousseau, armand trousseau, hopital trousseau, hopital trousseau paris, maternité hopital trousseau, trousseau dictionnaire de langue néerlandais, trousseau en néerlandais
Traductions
- troupier en néerlandais - cavalerist, trooper, marechaussee, soldaat, marechaussee van
- trousse en néerlandais - uitrusting, stel, set, stelletje, complet, kit, pakket
- trousser en néerlandais - pakken, bundel, software, verpakking, inpakken, computerprogramma, pak, ...
- trouva en néerlandais - oprichten, gronden, funderen, baseren, stichten, vestigen, gevonden, ...
Mots aléatoires
Trousseau en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: set, stelletje, pak, overvloed, pakje, mutsaard, brandstapel, onderlegger, ribbe, schoof, verpakking, balk, garf, bos, bundel, pakket, uitzet, uitzet van, het uitzet, de uitzet
Traductions: set, stelletje, pak, overvloed, pakje, mutsaard, brandstapel, onderlegger, ribbe, schoof, verpakking, balk, garf, bos, bundel, pakket, uitzet, uitzet van, het uitzet, de uitzet