Voie en néerlandais
Traduction: voie, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
baanvlak, lopen, pad, tracé, werken, toer, route, tocht, voorrijden, wijze, toets, mode, usance, tippelen, poging, weg, rijbaan, steeg, rijstrook, lane, laan
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): voie
accouchement voie basse, claire voie, je voie, la voie, la voie droite, voie dictionnaire de langue néerlandais, voie en néerlandais
Traductions
- voguer en néerlandais - zeil, doek, navigeren, zeilen, linnen, velum, varen, ...
- voici en néerlandais - overkomen, hier, ziehier, ziedaar, afhalen, verwachten, eruitzien, ...
- voient en néerlandais - opzoeken, tegenkomen, toezien, examineren, vorsen, exploreren, bezoeken, ...
- voila en néerlandais - hier, verwachten, eruitzien, verbeiden, afhalen, air, uitzicht, ...
Mots aléatoires
Voie en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: baanvlak, lopen, pad, tracé, werken, toer, route, tocht, voorrijden, wijze, toets, mode, usance, tippelen, poging, weg, rijbaan, steeg, rijstrook, lane, laan
Traductions: baanvlak, lopen, pad, tracé, werken, toer, route, tocht, voorrijden, wijze, toets, mode, usance, tippelen, poging, weg, rijbaan, steeg, rijstrook, lane, laan