Abbondanza in olandese
Traduzione: abbondanza, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
overvloed, tamelijk, nogal, genoeg, weligheid, vrij, onbekrompenheid, uitbundigheid, rijkdom, basta, abundantie, menigte, volop
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: abbondanza
abbondanza antonimi, abbondanza bertoni, abbondanza coniugazione, abbondanza cruciverba, abbondanza definizione, abbondanza dizionario di lingua olandese, abbondanza in olandese
Traduzioni
- abbonato in olandese - abonnee, deelnemer, abonnees, de abonnee
- abbondante in olandese - uitgestrekt, weelderig, omvangrijk, rijk, breedvoerig, uitbundig, veelomvattend, ...
- abbondare in olandese - rijk zijn, overvloedig zijn, overvloed, in overvloed, overvloedig
- abbordabile in olandese - aanspreekbaar, toegankelijk, genaakbaar, bereikbaar, betaalbare, betaalbaar
Parole a caso
Abbondanza in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: overvloed, tamelijk, nogal, genoeg, weligheid, vrij, onbekrompenheid, uitbundigheid, rijkdom, basta, abundantie, menigte, volop
Traduzioni: overvloed, tamelijk, nogal, genoeg, weligheid, vrij, onbekrompenheid, uitbundigheid, rijkdom, basta, abundantie, menigte, volop