Anruf in het nederlands

Vertaling: anruf, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
roepen, benoemen, noemen, opbellen, heten, kreet, schreeuw, roep, telefoontje, telefoongesprek, oproepen
Anruf in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anrichte in het nederlands - buffet, kast, aanrecht, dressoir, sideboard
  • anrichten in het nederlands - oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want
  • anrufen in het nederlands - wal, kreet, beugel, ring, benoemen, schare, troep, ...
  • anrufer in het nederlands - bezoeker, beller, oproeper, de beller
Willekeurige woorden
Anruf in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: roepen, benoemen, noemen, opbellen, heten, kreet, schreeuw, roep, telefoontje, telefoongesprek, oproepen