Benoemen in het duits
Vertaling: benoemen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
name, telefonieren, nennen, anruf, vorhersagen, anrufen, telefonanruf, zitieren, ruf, schreien, voraussagen, benennen, aufschrei, geschrei, aufruf, bestellen, ernennen, zu ernennen, zu benennen
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: benoemen
benoemen antoniemen, benoemen betekenis, benoemen burgemeester, benoemen engels, benoemen grammatica, benoemen talen woordenboek duits, benoemen in het duits
Vertalingen
- benijden in het duits - beneiden, neid, Neid, Neides, beneidet, der Neid
- benodigd in het duits - erfordernis, not, erforderlich, dringlichkeit, zwang, requisit, nötig, ...
- benoeming in het duits - ernennung, termin, berufung, nomade, verabredung, spieler, amt, ...
- benoorden in het duits - oberhalb, oben, über, Norden, Nord, nördlich, Nord-
Willekeurige woorden
Benoemen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: name, telefonieren, nennen, anruf, vorhersagen, anrufen, telefonanruf, zitieren, ruf, schreien, voraussagen, benennen, aufschrei, geschrei, aufruf, bestellen, ernennen, zu ernennen, zu benennen
Vertalingen: name, telefonieren, nennen, anruf, vorhersagen, anrufen, telefonanruf, zitieren, ruf, schreien, voraussagen, benennen, aufschrei, geschrei, aufruf, bestellen, ernennen, zu ernennen, zu benennen