Beschäftigung in het nederlands - Vertaling / Woordenboek duits

Vertaling: beschäftigung, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

aanwenden, fronsen, toepassen, schreef, aanwerven, affaire, afkomst, regel, bewoning, kabel, opleggen, streep, koopmanschap, benutten, werkgelegenheid, handel, werk, dienst, de werkgelegenheid, tewerkstelling

Verwante woorden

aanwenden in het duits

fronsen in het duits

toepassen in het duits

schreef in het duits

aanwerven in het duits

affaire in het duits

afkomst in het duits

regel in het duits

bewoning in het duits

kabel in het duits

opleggen in het duits

streep in het duits

koopmanschap in het duits

benutten in het duits

werkgelegenheid in het duits

handel in het duits

Vertalingen

beschäftigten in het nederlands - loondienst, werknemers, zelfstandigen, werkenden, zelfstandige
beschäftigter in het nederlands - personeelslid, werknemer, employé, bediende, bezig, druk, drukke, ...
beschäftigungen in het nederlands - dienstverbanden, bezigheden, tewerkstellingen, dienstbetrekkingen, werkgelegenheid
beschäftigungsfähigkeit in het nederlands - inzetbaarheid, employability, de inzetbaarheid, inzetbaarheid te, inzetbaarheid op de arbeidsmarkt

Willekeurige woorden

nadenken in het engels

overleven in het engels

reden in het engels

Beschäftigung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: aanwenden, fronsen, toepassen, schreef, aanwerven, affaire, afkomst, regel, bewoning, kabel, opleggen, streep, koopmanschap, benutten, werkgelegenheid, handel, werk, dienst, de werkgelegenheid, tewerkstelling