Bewoning in het duits
Vertaling: bewoning, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
beschäftigung, inbesitznahme, wohnung, domizil, job, belegung, beruf, arbeit, tätigkeit, besetzung, berufstätigkeit, wohnsitz, okkupation, Wohnen, Behausung, Wohnung, Wohn, Objekt
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: bewoning
bewoning antoniemen, bewoning bedrijfswoning, bewoning betekenis, bewoning door bewaking, bewoning engels, bewoning talen woordenboek duits, bewoning in het duits
Vertalingen
- bewonen in het duits - einfallen, dauern, bewohnen, leben, bevölkern
- bewoner in het duits - einwohner, bewohner, Bewohner, Insasse, Insassen
- bewoording in het duits - diskussion, bibel, kennwort, wort, nachrichten, vokabel, formulieren, ...
- bewust in het duits - begierig, wissend, gewahr, wissentlich, bewusst, bewusste, bewussten
Willekeurige woorden
Bewoning in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: beschäftigung, inbesitznahme, wohnung, domizil, job, belegung, beruf, arbeit, tätigkeit, besetzung, berufstätigkeit, wohnsitz, okkupation, Wohnen, Behausung, Wohnung, Wohn, Objekt
Vertalingen: beschäftigung, inbesitznahme, wohnung, domizil, job, belegung, beruf, arbeit, tätigkeit, besetzung, berufstätigkeit, wohnsitz, okkupation, Wohnen, Behausung, Wohnung, Wohn, Objekt