Selbstsicherheit in het nederlands

Vertaling: selbstsicherheit, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
autoriteit, bevoegdheid, vertrouwen, kantoor, mandaat, fiducie, volmacht, bureau, gezag, bureel, zekerheid, vertrouwelijkheid, machtiging, verzekering, geloof, auto veiligheid, autoveiligheid, van autoveiligheid te, autoveiligheid te, gebied van autoveiligheid te
Selbstsicherheit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dieselbe in het nederlands - identiek, eender, gelijkwaardig, zelfde, gelijke, equivalent, dito, ...
  • eingezäunt in het nederlands - omheind, omheinde, afgesloten, het terrein
  • gestaltet in het nederlands - ontworpen, gemaakt, bedoeld, zijn ontworpen, ontwikkeld
  • gletscher in het nederlands - gletsjer, Glacier, gletsjer van, de gletsjer, gletsjers
Willekeurige woorden
Selbstsicherheit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: autoriteit, bevoegdheid, vertrouwen, kantoor, mandaat, fiducie, volmacht, bureau, gezag, bureel, zekerheid, vertrouwelijkheid, machtiging, verzekering, geloof, auto veiligheid, autoveiligheid, van autoveiligheid te, autoveiligheid te, gebied van autoveiligheid te