Vorhersagen in het nederlands

Vertaling: vorhersagen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
prejudiciëren, opbellen, anticiperen, schreeuw, waarzeggen, roepen, beloven, verzeggen, vooruitlopen, roep, beduiden, toezeggen, benoemen, noemen, voorspellen, uitloven, te voorspellen, voorspellen van, voorspeld, voorspel
Vorhersagen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gobelingewebe in het nederlands - behang, wandtapijt, tapisserie, Tapestry, tapijtwerk, wandtapijten
  • großmäulig in het nederlands - luidruchtige
  • klopfer in het nederlands - klopper, knocker, kloppers, tikker, kloppers van
  • knauserig in het nederlands - gierig, gierige, zuinig, stingy, vrekkig
Willekeurige woorden
Vorhersagen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: prejudiciëren, opbellen, anticiperen, schreeuw, waarzeggen, roepen, beloven, verzeggen, vooruitlopen, roep, beduiden, toezeggen, benoemen, noemen, voorspellen, uitloven, te voorspellen, voorspellen van, voorspeld, voorspel