Waschend in het nederlands

Vertaling: waschend, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
was, het wassen, wasgoed, wassen, wasmachine
Waschend in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aufbauen in het nederlands - funderen, oprichten, stichten, verheffen, gesticht, gronden, opleiden, ...
  • entfärbt in het nederlands - ontkleurde
  • exaktheit in het nederlands - stiptheid, waarheid, juistheid, nauwgezetheid, precisie, waarachtigheid, accuratesse, ...
  • geläute in het nederlands - ring, roepen, beugel, schare, troep, opbellen, wal, ...
Willekeurige woorden
Waschend in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: was, het wassen, wasgoed, wassen, wasmachine