Juoppo in het nederlands

juopottelija in het nederlands - dronken, beschonken, dol, zat, dronkaard, drunkard, alcoholist, ...
juopottelu in het nederlands - roes, drinken, het drinken, drinkende, drinkwater, drink
juopunut in het nederlands - dronken, beschonken, dol, zat, gedronken, drunk, drinken, ...
juoru in het nederlands - faam, roem, reputatie, befaamdheid, mare, roep, gerucht, ...

Willekeurige woorden

diarree

fooi

bestemming in het engels

gewin in het engels

offreren in het engels

pijnigen in het engels

ziften in het engels

Juoppo in het nederlands - Woordenboek: fins » nederlands
Vertalingen: beschonken, dronken, alcoholist, alcoholicus, alcoholhoudend, dol, drinker, zat, drankzuchtige, zuiplap, drinker Drugs, drinkers parten spelen