Assuré in het nederlands
Vertaling: assuré, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor
Vertalingen
- assurance in het nederlands - zekerheid, provisie, mandaat, machtiging, aanvoer, gijzelaar, pand, ...
- assurant in het nederlands - zorgen, het waarborgen van, ervoor te zorgen, waarborgen van, waarborgen
- assurent in het nederlands - betuigen, waarborgen, beveiligen, verzekeren, assureren, voorzien, verschaffen, ...
- assurer in het nederlands - betuigen, vormen, bepalen, bevoorraden, herstellen, beschutten, bekrachtigen, ...
Willekeurige woorden
Assuré in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor
Vertalingen: garandeert, waarborgt, verzekert, zorgt ervoor