Habitação in het nederlands
Vertaling: habitação, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
geslacht, huis, kwartier, bewoning, theater, huishouden, toneel, tehuis, toneelwezen, thuis, huisvesting, gezin, onderdak, pand, logies, bewerking
Verwante woorden
Vertalingen
- habitantes in het nederlands - bewoner, ingezetene, inwoners, bewoners, bevolking, de inwoners
- habitar in het nederlands - wonen, leven, keet, lui, ingezetene, barak, resideren, ...
- habito in het nederlands - usance, gebruik, gewoonte, aanwensel, hebbelijkheid, gewoonte om, rookgedrag, ...
- habitual in het nederlands - gebruikelijk, afnemer, gewoon, cliënt, normaal, klant, gebruikelijke, ...
Willekeurige woorden
Habitação in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: geslacht, huis, kwartier, bewoning, theater, huishouden, toneel, tehuis, toneelwezen, thuis, huisvesting, gezin, onderdak, pand, logies, bewerking
Vertalingen: geslacht, huis, kwartier, bewoning, theater, huishouden, toneel, tehuis, toneelwezen, thuis, huisvesting, gezin, onderdak, pand, logies, bewerking