Hábito in het nederlands

Vertaling: hábito, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
usance, gebruik, gewoonte, aanwensel, hebbelijkheid, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van
Hábito in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • habitar in het nederlands - wonen, leven, keet, lui, ingezetene, barak, resideren, ...
  • habitação in het nederlands - geslacht, huis, kwartier, bewoning, theater, huishouden, toneel, ...
  • habitual in het nederlands - gebruikelijk, afnemer, gewoon, cliënt, normaal, klant, gebruikelijke, ...
  • habituar in het nederlands - plegen, gewennen, wennen, te wennen, accustom, wennen de
Willekeurige woorden
Hábito in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: usance, gebruik, gewoonte, aanwensel, hebbelijkheid, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van