Daň in het nederlands
Vertaling: daň, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
proportie, cijns, belasting, waarderen, aanslag, graad, tol, belastingaanslag, verhouding, taxeren, schatting, tarief, aanslaan, begroten, recht, schatten, fiscale, belastingen, fiscaal, belasting over
Verwante woorden
Vertalingen
- datum in het nederlands - dactylus, datering, datum, afspraak, dagtekening, dadel, date, ...
- dav in het nederlands - tas, publiek, boel, verpakken, logementhouder, kudde, troep, ...
- daňový in het nederlands - belasten, aanslaan, belasting, recht, fiscale, belastingen, fiscaal, ...
- dbalý in het nederlands - voorzichtig, behoedzaam, gewetensvol, consciëntieus, gewetensvolle, gewetensbezwaren, nauwgezette
Willekeurige woorden
Daň in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: proportie, cijns, belasting, waarderen, aanslag, graad, tol, belastingaanslag, verhouding, taxeren, schatting, tarief, aanslaan, begroten, recht, schatten, fiscale, belastingen, fiscaal, belasting over
Vertalingen: proportie, cijns, belasting, waarderen, aanslag, graad, tol, belastingaanslag, verhouding, taxeren, schatting, tarief, aanslaan, begroten, recht, schatten, fiscale, belastingen, fiscaal, belasting over