Domovník in het nederlands
Vertaling: domovník, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
portier, wachter, conciërge, huisbewaarder, beheerder, verzorger, huismeester
Vertalingen
- domorodý in het nederlands - inlands, jargon, inheems, autochtoon, oerbewoner, binnenlands, inlander, ...
- domov in het nederlands - toevluchtsgebied, huishouden, situeren, zetten, identificeren, gezin, toevluchtsoord, ...
- domácký in het nederlands - eigen, vertrouwd, maat, kornuit, partner, huiselijk, bediende, ...
- domácnost in het nederlands - huiswaarts, instelling, vestiging, gezin, tehuis, huishouden, onderkomen, ...
Willekeurige woorden
Domovník in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: portier, wachter, conciërge, huisbewaarder, beheerder, verzorger, huismeester
Vertalingen: portier, wachter, conciërge, huisbewaarder, beheerder, verzorger, huismeester