Návštěva in het nederlands
Vertaling: návštěva, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bezoek, opzoeken, visite, bezoeken, afgaan, bezoekje, verblijven
Verwante woorden
Vertalingen
- návyk in het nederlands - hebbelijkheid, afhankelijkheid, wijze, wilsbeschikking, stroming, wijs, strekking, ...
- návěští in het nederlands - aangeven, advies, voorbode, ontdekken, seinen, raadgeving, merkteken, ...
- návštěvník in het nederlands - opzoeken, bezoek, bezoeken, bezoeker, logé, visite, afgaan, ...
- název in het nederlands - roepen, uitdrukking, noemen, betitelen, naamwoord, titelen, heten, ...
Willekeurige woorden
Návštěva in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: bezoek, opzoeken, visite, bezoeken, afgaan, bezoekje, verblijven
Vertalingen: bezoek, opzoeken, visite, bezoeken, afgaan, bezoekje, verblijven