Naivní in het nederlands
Vertaling: naivní, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
eerlijk, naïef, argeloos, simpel, onnozel, openhartig, enkelvoudig, oprecht, eenvoudig, aalwaardig, ongekunsteld, naïeve, naive, naief, naïef zijn
Verwante woorden
Vertalingen
- naivka in het nederlands - onnozel, schuldeloos, onschuldig, onbedorven, onnozele bloed, sul, onnozele, ...
- naivnost in het nederlands - lichtgelovigheid, goedgelovigheid, gullibility, de goedgelovigheid, onnozelheid
- najatý in het nederlands - gehuurd, ingehuurd, huurden, gehuurde, huurde
- najednou in het nederlands - tezamen, ineen, samen, opeens, plotseling, aaneen, ineens, ...
Willekeurige woorden
Naivní in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: eerlijk, naïef, argeloos, simpel, onnozel, openhartig, enkelvoudig, oprecht, eenvoudig, aalwaardig, ongekunsteld, naïeve, naive, naief, naïef zijn
Vertalingen: eerlijk, naïef, argeloos, simpel, onnozel, openhartig, enkelvoudig, oprecht, eenvoudig, aalwaardig, ongekunsteld, naïeve, naive, naief, naïef zijn