Párat in het nederlands

Vertaling: párat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
klauw, haak, claw, schaar, klauwen, grijper
Párat in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pařez in het nederlands - dichtmaken, blok, afkomst, vee, kansel, peukje, veestapel, ...
  • pařit in het nederlands - stikken van de hitte, swelter, liggen te blakeren
  • paša in het nederlands - pasja, Pasha, pacha, Pasha van
  • pašeráctví in het nederlands - smokkelen, smokkelarij, smokkel, de smokkel, het smokkelen
Willekeurige woorden
Párat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: klauw, haak, claw, schaar, klauwen, grijper