Spik in het nederlands

Vertaling: spik, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
nagel, nagelen, spijkeren, spijker, draadnagel, nail, namen, nagels
Spik in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • spetsa in het nederlands - etappe, punt, oog, neus, stadie, aanduiden, item, ...
  • spetsig in het nederlands - snugger, schel, kwiek, kortaangebonden, pienter, schelklinkend, hevig, ...
  • spilla in het nederlands - morsen, val, morst, spilling, morsen van, te morsen
  • spillra in het nederlands - splinter, scherf, puin, Debris, afval, brokstukken, rommel
Willekeurige woorden
Spik in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: nagel, nagelen, spijkeren, spijker, draadnagel, nail, namen, nagels