Disputé en néerlandais
Traduction: disputé, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
rechtsgeding, toerbeurt, geschil, onderscheid, dracht, set, voegen, passen, gelid, vechten, argument, kijven, kamp, wedijver, deugen, strijden, dispuut, geschillen, geding, geschillenbeslechting
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): disputé
ca se dispute, dispute antonymes, dispute couple, dispute couple que faire, dispute de couple, disputé dictionnaire de langue néerlandais, disputé en néerlandais
Traductions
- disputant en néerlandais - ruzie, argumenteren, arguing, geruzie, debatteren
- disputent en néerlandais - bespreken, twistgesprek, redetwist, redetwisten, disputeren, kwestie, dispuut, ...
- disputer en néerlandais - tarten, afkeuren, disputeren, vraagstuk, uittarten, dispuut, bespreken, ...
Mots aléatoires
Disputé en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: rechtsgeding, toerbeurt, geschil, onderscheid, dracht, set, voegen, passen, gelid, vechten, argument, kijven, kamp, wedijver, deugen, strijden, dispuut, geschillen, geding, geschillenbeslechting
Traductions: rechtsgeding, toerbeurt, geschil, onderscheid, dracht, set, voegen, passen, gelid, vechten, argument, kijven, kamp, wedijver, deugen, strijden, dispuut, geschillen, geding, geschillenbeslechting