Zeggen in het deens

Vertaling: zeggen, Woordenboek: nederlands » deens

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
fortælle, tale, sige, at sige, dvs.
Zeggen in het deens
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: zeggen

dat wil zeggen, gedag zeggen, horen zeggen, lieve dingen, na zeggen, zeggen talen woordenboek deens, zeggen in het deens

Vertalingen

  • zegepraal in het deens - triumf, sejr, sejren, sejrens
  • zegevieren in het deens - sejr, fortjene, vinde, få, besejre, triumf, opnå, ...
  • zeil in het deens - sejl, blad, lagen, sejlet, sejle, sejler, sail
  • zeilen in het deens - sejl, at sejle, til at sejle, sejle, for at sejle, sejler
Willekeurige woorden
Zeggen in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: fortælle, tale, sige, at sige, dvs.