Zeggen in het italiaans
Vertaling: zeggen, Woordenboek: nederlands » italiaans
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
italiaans
Vertalingen:
favellare, discorrere, narrare, dire, raccontare, comandare, ordinare, parlare, per dire, a dire, da dire, si dice
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: zeggen
dat wil zeggen, gedag zeggen, horen zeggen, lieve dingen, na zeggen, zeggen talen woordenboek italiaans, zeggen in het italiaans
Vertalingen
- zegepraal in het italiaans - vittoria, trionfo, vincita, la vittoria, vittoria di, della vittoria
- zegevieren in het italiaans - sconfitta, guadagnare, vincere, trionfo, disfatta, vincita, sconfiggere, ...
- zeil in het italiaans - foglio, tela, vela, a vela, della vela, sail, la vela
- zeilen in het italiaans - a vela, a navigare, per navigare, navigare, alla vela
Willekeurige woorden
Zeggen in het italiaans - Woordenboek: nederlands » italiaans
Vertalingen: favellare, discorrere, narrare, dire, raccontare, comandare, ordinare, parlare, per dire, a dire, da dire, si dice
Vertalingen: favellare, discorrere, narrare, dire, raccontare, comandare, ordinare, parlare, per dire, a dire, da dire, si dice