Zeggen in het spaans
Vertaling: zeggen, Woordenboek: nederlands » spaans
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
spaans
Vertalingen:
mandar, rezar, ordenar, hablar, narrar, referir, platicar, decir, relatar, contar, que decir, para decir, de decir, especificar
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: zeggen
dat wil zeggen, gedag zeggen, horen zeggen, lieve dingen, na zeggen, zeggen talen woordenboek spaans, zeggen in het spaans
Vertalingen
- zegepraal in het spaans - triunfo, triunfar, victoria, la victoria, victoria de
- zegevieren in het spaans - vencer, triunfar, derrotar, victoria, triunfo, derrota, ganar, ...
- zeil in het spaans - hoja, sábana, lienzo, lona, trapo, sabana, cañamazo, ...
- zeilen in het spaans - vela, para navegar, navegar, a navegar, de navegar, a la vela
Willekeurige woorden
Zeggen in het spaans - Woordenboek: nederlands » spaans
Vertalingen: mandar, rezar, ordenar, hablar, narrar, referir, platicar, decir, relatar, contar, que decir, para decir, de decir, especificar
Vertalingen: mandar, rezar, ordenar, hablar, narrar, referir, platicar, decir, relatar, contar, que decir, para decir, de decir, especificar