Zeggen in het zweeds - Vertaling / Woordenboek nederlands

Vertaling: zeggen, Woordenboek: nederlands » zweeds

Brontaal:

nederlands

Doeltaal:

zweeds

Vertalingen:

säga, tala, förtälja, berätta, att säga, vill säga, sagt, till något att säga

Verwante woorden

Andere Talen

dat wil zeggen, gedag zeggen, horen zeggen, lieve dingen, na zeggen, zeggen talen woordenboek zweeds, zeggen in het zweeds

zegepraal in het zweeds - triumfera, seger, triumf, segern, segerns, en seger
zegevieren in het zweeds - segra, triumfera, triumf, besegra, seger, vinna, nederlag, ...
zeil in het zweeds - lakan, segla, ark, segel, seglet, seglar
zeilen in het zweeds - segla, att segla, för att segla, sig att segla

Willekeurige woorden