Echtpaar in het lets
Vertaling: echtpaar, Woordenboek: nederlands » lets
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
lets
Vertalingen:
mačs, sērkociņš, sacīkstes, pāris, couple, pāri, pārim
Andere Talen
Verwante woorden: echtpaar
aow echtpaar, echtpaar antoniemen, echtpaar curiedreef 5 maassluis, echtpaar deurne, echtpaar engels, echtpaar talen woordenboek lets, echtpaar in het lets
Vertalingen
- echtgenoot in het lets - partneris, vīrs, vīru, vīram, vīra
- echtgenote in het lets - partneris, sieva, sievu, sievai, sievas
- echtscheiding in het lets - šķiršanās, laulības šķiršana, laulības šķiršanu, laulības šķiršanas, šķiršanos
- echtverbintenis in het lets - laulība, laulības, laulību, laulībām, laulības atzīšanu
Willekeurige woorden
Echtpaar in het lets - Woordenboek: nederlands » lets
Vertalingen: mačs, sērkociņš, sacīkstes, pāris, couple, pāri, pārim
Vertalingen: mačs, sērkociņš, sacīkstes, pāris, couple, pāri, pārim