Echtpaar in het zweeds

Vertaling: echtpaar, Woordenboek: nederlands » zweeds

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
tändsticka, make, koppla, par, paret, några, par att, par som
Echtpaar in het zweeds
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: echtpaar

aow echtpaar, echtpaar antoniemen, echtpaar curiedreef 5 maassluis, echtpaar deurne, echtpaar engels, echtpaar talen woordenboek zweeds, echtpaar in het zweeds

Vertalingen

  • echtgenoot in het zweeds - make, man, mannen, maka, maken
  • echtgenote in het zweeds - make, hustru, kompanjon, fru, maka, hustrun, frun
  • echtscheiding in het zweeds - skilsmässa, äktenskapsskillnad, skilsmässan, skilsmässor, äktenskapsskillnaden
  • echtverbintenis in het zweeds - äktenskap, bröllop, vigsel, äktenskapet, giftermål, förbindelse, äktenskaps
Willekeurige woorden
Echtpaar in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: tändsticka, make, koppla, par, paret, några, par att, par som