Echtpaar in het frans
Vertaling: echtpaar, Woordenboek: nederlands » frans
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
frans
Vertalingen:
liguer, assortir, match, coupler, plusieurs, allier, relier, embrancher, partie, accoupler, réunir, mariage, accolons, accoler, couple, englober, quelques, deux, amoureux, couple de
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: echtpaar
aow echtpaar, echtpaar antoniemen, echtpaar curiedreef 5 maassluis, echtpaar deurne, echtpaar engels, echtpaar talen woordenboek frans, echtpaar in het frans
Vertalingen
- echtgenoot in het frans - époux, partenaire, épouse, mari, cavalier, conjoint, le mari, ...
- echtgenote in het frans - femme, participant, collègue, associé, mari, appareiller, cavalier, ...
- echtscheiding in het frans - séparation, séparer, divorçons, divorcer, divorcez, divorce, divorcent, ...
- echtverbintenis in het frans - mariage, noce, conjungo, le mariage, du mariage, mariages
Willekeurige woorden
Echtpaar in het frans - Woordenboek: nederlands » frans
Vertalingen: liguer, assortir, match, coupler, plusieurs, allier, relier, embrancher, partie, accoupler, réunir, mariage, accolons, accoler, couple, englober, quelques, deux, amoureux, couple de
Vertalingen: liguer, assortir, match, coupler, plusieurs, allier, relier, embrancher, partie, accoupler, réunir, mariage, accolons, accoler, couple, englober, quelques, deux, amoureux, couple de