Afhandelen in het spaans

Vertaling: afhandelen, Woordenboek: nederlands » spaans

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
spaans
Vertalingen:
colegir, despachar, sentarse, concertar, resolver, liquidar, arreglar, establecerse, colocar
Afhandelen in het spaans
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: afhandelen

afhandelen antoniemen, afhandelen betekenis, afhandelen duits, afhandelen engels, afhandelen erfenis, afhandelen talen woordenboek spaans, afhandelen in het spaans

Vertalingen

  • afhaken in het spaans - desenganchar, desenganche, desengancharlo, descolgar, desengancharla
  • afhalen in het spaans - restar, deducir, substraer, vistazo, respetar, sustraer, ver, ...
  • afhangen in het spaans - depender, pender, dependerá, depende, dependerán, dependen
  • afhankelijk in het spaans - accesorio, dependiente, depende, dependientes, dependen, dependiente de
Willekeurige woorden
Afhandelen in het spaans - Woordenboek: nederlands » spaans
Vertalingen: colegir, despachar, sentarse, concertar, resolver, liquidar, arreglar, establecerse, colocar